column
Daan rot
Reisbureau Daan maakt overuren
Zomervakanties vieren konden wij altijd als de besten. De theaters dicht dus alle tijd en het leven een makkie. Ik was chef route en Jan de chauffeur. Avonden speurde ik naar de leukste huisjes en mooiste plekken, puzzelde met plezier drie weken in elkaar. We sliepen in een brandweerkazerne, een kerkje, een tent vol kippen, een shabby souterrain zonder ramen, met z’n zessen in stapelbedden in een hostel of bivakkeerden in een blits stadsappartement. Rotjes in de auto laden en gaan. Roadtrippend de zomer door. Jan was een tropenkind en op zijn best in de zon. Het liefst beperkte hij de winter tot twee weken witte kerst en dan hink-stap-sprong door naar een lange lente en zoete zomer.
Tijdens onze verlovingszomerreis ontstond er per ongeluk een traditie. Met z’n tweetjes liepen we een stapelverliefde polonaise in een Zwitsers bos. Camera op een boomstam en maar vrolijk voorbij banjeren. Jan al fantaserend over achter ons aan dabberende kindertjes. Ik giebelend maar instemmend met zijn dagdromen. De bonte parade werd mettertijd langer en langer. Elke drie jaar sloot er een vrolijk feestvarkentje aan. Uren vakantiefilm-hossende-danspartijen in het bos, op het strand, langs de Eiffeltoren en dwars door Madurodam.
De eerste zomer zonder mijn lange polonaise-initiator plande ik moedig een autoreis naar Frankrijk. Ik vond een aangenaam, knus huis met romantische luiken en een kletterend stroompje waar we schichtig en gebroken met vijf op een verdrietig hoopje weg van thuis waren. Een overleefvakantie, een dappere doorstart.
Het liefst vouw ik ook dit jaar de kinderen in mijn autootje, koffers tot de nok, hond op de bijrijdersschoot, radio goed hard en blijven rijden tot ik de mensen niet meer kan verstaan. Maar mijn volk en spaarpot hebben gesproken. Een grote verbouwing in de herfst, theaterrepetities voor Elvis en een thuisblijfwens van Rover zorgen voor een heuse vakantiesudoku. Een beetje beurs is mijn familievakantiehart wel. Ik hou van met z’n allen. Dat zal nooit overgaan. Maar inmiddels, met twee volwassen kinderen, is het logisch dat de zomers niet meer zullen zijn wat ze altijd waren. Alles is anders en kleintjes worden groot. Reisbureau Daan maakt overuren.
Stiekem maak ik mijn zomerwensenlijst: balkonbioscoop, kampvuuravond, kamperen
in de achtertuin
Ik plan een één op één basisschool-afscheidsreisje in het groen met Maantje Piet, een Bruce Springsteen-concerttrip naar Kopenhagen met Wolf en een blokhutkampeermidweek met hen samen. Ons eigen huis wordt tussen alle samen-met-mama-vakanties het met-z’n-vijven-vakantiehuis. Stiekem maak ik al aantekeningen in mijn zomerwensenlijst: balkonbioscoop, kampvuuravond, kamperen in de achtertuin. In potlood blokkeer ik drie dagen op de kalender voor een boekenleesvakantie voor mijzelf. Mijn eerste stap als soloreiziger. Een wereldreis niet verder dan de Veluwe.
Een tweede zomer zonder Jan is niet makkelijker, eerder moeilijker. Leven is zwaarder dan overleven. Meestal. We lopen geen polonaise meer. Als we vasthouden aan wat was, staan we stil. Langzaam met de stroom mee durven gaan en af en toe tegen de stroom in. Of tegen de klippen op.
Daan Rot-de Launay (47) schrijft en fotografeert, en was getrouwd met muzikant en columnist Jan Rot. Ze heeft vier kinderen: dochters Elvis (21) en Maantje Piet (12) en zoons Rover (18) en Wolf (15).